"Kan geen verbinding maken met de draadloze router." wordt weergegeven

Telkens wanneer u een controle uitvoert, selecteert u OK op het foutscherm om de fout te wissen en de printer opnieuw in te stellen.

Wanneer het beveiligingstype WPA/WPA2/WPA3 is
-
Controle 1 Controleer of het wachtwoord dat is ingevoerd voor de draadloze router, juist is.
Als het ingevoerde wachtwoord onjuist is, voert u het juiste wachtwoord in.
-
Controle 2 Controleer de instellingen van de draadloze router.
Als de DHCP-functie van de draadloze router uit staat, schakelt u deze in en voert u de instellingen van de draadloze verbinding opnieuw uit.
-
Controle 3 Controleer de instellingen voor de MAC-adresfiltering.
Als het MAC-adresfilter is ingeschakeld op de draadloze router, wijzigt u de instellingen zodanig dat het MAC-adres van de printer wordt geaccepteerd.
Het MAC-adres van de printer kan worden bekeken op Printerinformatie (Printer information) > Systeeminformatie (System information).
-
Controle 4 Controleer de instellingen voor het beveiligingsprotocol (coderingsmethode) van de draadloze router.
Raadpleeg de handleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen van de draadloze router.
Wanneer beveiligingstype is ingesteld op Inactief (Disable)
-
Controle Is de draadloze router ingeschakeld?
Als het al is ingeschakeld, schakelt u het uit en vervolgens weer in.
Ga pas verder naar het volgende scherm van deze handleiding als de stroomvoorziening is ingeschakeld. De verbinding met de draadloze router wordt tijdelijk uitgeschakeld.
